Geschiedenis van Bietendag
In 1959 gaat Dirk de Wit, ‘padre Dirk’ missiewerk in Chili doen. In een tijdperk waarin de post het enige communicatiemiddel was, volgde zijn familie in Nederland zijn wel en wee met grote betrokkenheid. Zijn ervaringen als legeraalmoezenier, zijn werk bij de arbeiders van de kopermijnen in Noord-Chili en later als padre in de arme regio Molina en nog later in Valdivia. Dirk, werkend tussen de armsten van de Chileense bevolking, had of kon toen weinig besteden aan zijn persoonlijk levensonderhoud en zijn familie besloot hem in 1971 symbolisch in de kost nemen door maandelijks een bedrag aan hem over te maken. Andere manieren waarop de familie geld voor Dirk’s levensonderhoud en missiewerk inzamelde waren oud-papieracties en een zogenaamd abonnement op Dirk’s jaarlijkse rondzendbrief: een brief waarin hij zijn leven en werk in Chili beschreef.
In 1981 ontstaat het plan om een familiewerkdag voor Dirk zijn werk te organiseren en in 1982 vindt de eerste Bietendag plaats: een dag bietenrooien bij de Fa D. de Wit & Zonen in Berkhout. De eerste jaren waren het echt familiedagen en liet de aanloop van nieuwelingen nog op zich wachten. Maar krantenknipsels over Bietendag van eind jaren tachtig vertellen al over 80, 100 en 120 Bietendagdeelnemers die aan het rooien zijn ‘voor mensen die geen rooie cent hebben’. Bietendagen waarbij drie generaties De Witten, vrienden en kennissen en daar weer vrienden en kennissen van op een lange rij lagen te Bietenrooien. Jaren waarin op een Bietendag soms wel 90 ton rode bieten gerooid werden. Jaren ook van zere polsen, stramme knieën, koppies doen in de prut en heel opvallend vaak mooi weer ‘alsof er die dag een speciale kracht bezig was’. De grote animators van deze Bietendagen waren Piet de Wit, Dirk’s broer en zijn zwager Koos Groot tot Koos in 1987 overleed. Daarna nam zijn vrouw Afra de rol in de Bietendagorganisatie over en met Piet heeft zij de kar vele jaren getrokken tot zij bijval kregen van nieuwe medeorganisatoren waaronder familieleden van de ‘nieuwe generatie’.
Toen de bietenrooimachine zijn intrede deed werden er andere werkzaamheden gevonden om het Bietendaggeld bij elkaar te verdienen. Werkzaamheden zoals bollenplanten, fruitplukken en onderhoudsklussen op verschillende Westfriese bedrijven. Ook kwam er een sponsorloop voor de Bietendagwerkers die niet de hele dag kunnen werken. Steeds meer nieuwe mensen deden mee en de laatste jaren hebben gemiddeld zo’n 120 mensen een bijdrage geleverd aan Bietendag en was de opbrengst steeds zo’n 12.000 euro. Alhoewel er geen bieten meer worden gerooid , wordt de alom bekende naam Bietendag gehandhaafd.
Ook in Chili veranderde er het een en ander. Dirk kon door zijn leeftijd en zijn zwakker wordende gezondheid niet meer voor de volle honderd procent zorgdragen voor het uitzoeken en aansturen van ‘Bietendagprojecten’. Omdat hij in zijn werk en ook bij de selectie en aansturing van Bietendagprojecten altijd al nauw samenwerkte met een paar Chileense collega’s, voormalig pupillen van Dirk en tevens zeer goede vrienden, werd besloten dit groepje een formele status en het mandaat voor het beheer en de besteding van de Bietendagopbrengsten te geven. Hiermee werd Fondos Solidarios Padre Dirk de Wit, (solidariteitsfonds) een feit. Dit alles nog steeds in nauw overleg met de Bietendagorganisatie in Nederland.
Karakteristiek aan Bietendag is de gemoedelijke sfeer. De meeste mensen ervaren een dag ‘met zijn allen met de handen in de prut voor Chili’ en het daarna zo welverdiend ‘nazitten’ in het Bietendagcafe, als zeer ontspannend. Die sfeer is al die jaren hetzelfde gebleven. Wat ook hetzelfde gebleven is, is een vaste club trouwe Bietendagwerkers, de soepploeg met de traditionele erwtensoep en de gulle gevers van cyclamen, kinnebak en andere lekkernijen bedoeld om de Bietendagwerkers een hart onder de riem te steken. Bietendag kan zich nog steeds jaarlijks verheugen op nieuwe deelnemers, nieuwe giften of nieuwe initiatieven waardoor Bietendag ieder jaar weer een verrassing is voor zowel Nederland als Chili.
‘Het lijkt wel of ze ruiken dat de Bietendag weer in aantocht is. Ineens weten weer zoveel mensen me te vinden’. (Dirk in een brief aan zijn familie.)